Volgens het UWV kan appellant als hij dat wenst zijn hoortoestellen uitnemen om gebruik te kunnen maken van gehoorbescherming. Zoals de Raad eerder heeft overwogen moeten verzekeringsartsen bij de medische beoordeling rekening houden met de gebreken die iemand ondervindt, maar ook met de medische oplossingen die iemand in staat stellen die gebreken te overwinnen. Het UWV had in het geval van appellant moeten uitgaan van ingeschakelde hoortoestellen. Omdat appellant dan geen gehoorbescherming kan dragen, zijn (een aantal van) de geselecteerde functies voor appellant niet geschikt.
Wetsverwijzing(en):
Wet WIA artt. 4, 5