Wet WIA art. 5, 6
Weigering WIA-uitkering. De Raad heeft zijn deskundige onder meer (algemene) vragen gesteld over door CVS/ME Centrum en Stichting Cardiozorg genoemde onderzoeksmethoden. De Raad volgt het rapport van zijn deskundige. De deskundige heeft overtuigend gerapporteerd dat het medisch beeld van appellante grotere beperkingen doen zien dan waarvan het UWV is uitgegaan maar dat op internistisch gebied geen afwijkingen zijn gevonden die de situatie van appellante verklaren. Verder heeft deze deskundige overtuigend gemotiveerd dat de door appellante ingezonden onderzoeksbevindingen van Stichting Cardio zorg en de daarbij tevens ingezonden publicaties geen causale verklaring geven voor de ernst van de klachten. Ook de tweede deskundige (psychiater) wordt door de Raad gevolgd. Deze psychiater heeft overtuigend gemotiveerd dat bij appellante sprake is van ernstige verschijnselen en ernstige beperkingen in het persoonlijk en sociaal functioneren op grond van een ernstige en persisterende somatisch-symptoomstoornis, wat leidt tot meer beperkingen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren en de onjuistheid dat appellante een volledige werkdag/week kan werken. De Raad acht door het UWV onvoldoende gemotiveerd of de volledige arbeidsongeschiktheid ook duurzaam is.